‘Ik heb een gouden gezin.’ Het zijn de laatste woorden van mijn vader voor hij overlijdt. Met hulp van haar negen kinderen lukt het mijn moeder om verder te gaan met haar leven. Tot er opnieuw tegenslag is. Ze wordt depressief en probeert zichzelf van het leven te beroven. De zorg voor haar neemt toe, waardoor ook de spanning tussen de kinderen oploopt. Externe hulp komt moeizaam op gang. De laatste twee jaar van mijn moeders leven zijn zwaar. De druk van de mantelzorg veroorzaakt een breuk in het gezin. Mijn moeder voelt zich tot last. ‘We hadden haar graag nog gelukkig gezien.’ Judith *** Over de auteur Jolanda Zuydgeest (1962) is vanaf haar jeugd al geboeid door het schrijven van verhalen. Naast haar baan als leerkracht in het onderwijs, volgt zij schrijfopleidingen en doet zij mee aan schrijf-wedstrijden die haar enkele publicaties opleveren. Dit is haar tweede roman.