Op 10 Mei 1940 breekt de 2e wereldoorlog uit.
En vanaf die tijd vliegen er duizenden vliegtuigen over ons land. Vijandelijke en Geallieerde. Grote formaties Duitse toestellen om Engeland te bombarderen en formaties Engelse toestellen om Duitsland te bombarderen. Ongeveer 7500 vliegtuigen zijn tussen 10 Mei 1940 en 5 Mei 1945 neergestort op Nederlandse bodem.
Volgens schattingen zijn er al zo'n 800 toestellen neergestort in en rond het IJsselmeer. Daarmee is het IJsselmeer meteen Europa's grootste vliegtuigkerkhof. Ook in de Zaanstreek zijn er tientallen neergestort. Meestal liggen de restanten verborgen in weilanden, soms zelfs zijn er nog menselijke resten aanwezig.
In 1986 besloten een aantal vliegtuigenthousiasten een stichting op te richten met het doel de restanten van de neergeschoten vliegtuigen op te sporen, oud-vliegers daarvan te intervieuwen en de brokstukken tentoon te stellen.
De eerste keer was er een tentoonstelling in een boerenschuur te Assendelft, daarna werd er een luchtmuseum opgericht in de voormalige kruitkamer op de Assendelver Zeedijk.
De ruimte was echter veel te klein om alle gevonden en gekregen spullen onder te brengen. Vandaar dat er naar een nieuwe behuizing gezocht werd en dat is Fort Veldhuis gevonden. Een prachtige gerenoveerde plaats waar alle vliegtuigresten, motoren, kleding en wat dies meer zij prachtig tentoongesteld is.
Een museum opgericht uit bewondering en eerbetoon aan de vliegeniers uit de 2e Wereldoorlog.
Met deze publicatie hebben wij getracht een tijdsbeeld te geven van een aspect van de Tweede Wereldoorlog: de luchtoorlog boven de Zaanstreek en directe omgeving. Wij beschikken over heel wat documentatie op dit gebied. Ook zijn wel in het verleden vele getuigen over dit onderwerp gehoord en hun verhalen genoteerd of op de band opgenomen.
Helaas zijn ca. 60 jaar na dato, de ooggetuigen van de vele voorvallen met betrekking tot de Zaanstreek, bijna verdwenen, zodat navraag over bepaalde feiten niet meer mogelijk is.
Wij hebben dit verslag populair opgezet (het is geen wetenschappelijk werk), met zoveel mogelijk ter beschikking staande gegevens. Deze gegevens komen uit: politierapporten, Luchtbeschermingsrapporten, Gemeente archieven, dagboeken, rapporten van het verzet, persoonlijke belevenissen, Archieven van de Royal Air Force, de Achtste Amerikaanse Luchtmacht en persoonlijke correspondentie met veteranen, zowel Amerikaanse als Engelse (met hun Dominions) en Duitse.
Val ons niet aan op kleine onjuistheden, want herinneringen van getuigen willen met de jaren wel eens veranderen. Documenten daarentegen veranderen nooit! Wij zijn niet in staat weer te geven wat het was als in zeer korte tijd soms 1200 vliegtuigen over de Zaanstreek trokken met hun resonerende gebrom. Dat maakte een overweldigende indruk en moet je zelf meegemaakt hebben om dat te bevatten. In de middag keerde dan een gedecimeerde luchtvloot terug met in hun zog de achterblijvers met schade en uitgevallen motoren, beschermd door lange-afstandsjagers. Deze werden zeer laagvliegend, een prooi voor de alerte Duitse luchtafweer. Dat gaf ons een spijtig gevoel.
Bij dag was dat allemaal nog te volgen, maar bij nacht, als de bommenwerpers van de Royal Air Force overkwamen en je zag menig vliegtuig brandend naar beneden komen, dan bekroop je de angst.
Het was dan een heksenketel van lichtspoormunitie, "kerstbomen", die de gehele streek in het licht zette, raadselachtige gekleurde lichttekens in de lucht, gegier van vallende bommen, angstaanjagend motorgebrom, de vele zoeklichtstralen en het gedreun van het Duitse afweervuur. Van deze gebeurtenissen, zowel op de grond als in de lucht moet dit verslag getuigen.