In 'Het labyrint van de wereld en het paradijs van het hart', zijn enige literaire werk, stelt de Tsjechische pedagoog en filosoof Jan Amos Comenius de wereld voor als een stad waarvan de straten de verschillende standen en beroepen in de maatschappij vertegenwoordigen. Pelgrim is op zoek naar het beroep dat het best bij hem past, maar in de stad heersen misbruik, wanorde en vervreemding. Over deze stadwereld heerst koningin Wijsheid alias Zinloosheid.
Het satirische eerste deel bekritiseert de wereld, de slechte gewoontes van mensen en hun karakters. Met scherpe pen en vol humor tekent Comenius een wereld die nog altijd actueel is. Wanneer Pelgrim uiteindelijk diep teleurgesteld de wereld wil verlaten, wordt hij door God geroepen. Hij sluit hem in zijn hart. In het daaropvolgende utopische deel wordt Pelgrim klaargestoomd om met nieuwe energie en nieuwe inzichten weer deel uit te maken van de wereld.
Comenius plaatst Pelgrim dus niet in een saaie, ideale en utopische wereld, maar laat hem terugkeren naar de zo bekritiseerde omgeving waarin hij na zijn mentaliteitsverandering een goed voorbeeld voor de mensen hoopt te zijn.
'Het labyrint van de wereld' is de meest gelezen en meest vertaalde tekst uit de klassieke Tsjechische literatuur. Deze nieuwe vertaling van Kees Mercks doet voor het eerst recht aan de oorspronkelijke literaire en stilistische kwaliteiten.