Jolande Withuis groeide op in een communistisch gezin met een moeder die keihard werkte, zowel binnen- als buitenshuis, die financieel onafhankelijk wilde zijn en die haar dochter en zoon gelijkwaardig wilde opvoeden.
Tegenwoordig kijken weinig mensen hier nog van op, maar in de jaren vijftig en zestig was Jenny van Ringen een uitzondering. Zij kwam klem te zitten tussen haar eigen professionele ambities en de toen dominante opvattingen over moeders en kinderen. De arbeidsverboden voor gehuwde vrouwen en voor communisten frustreerden haar diep, en ze was er vast van overtuigd dat intimiteit, koestering en troost kinderen zwak maken.
In Moeder, antimoeder reconstrueert Jolande Withuis het leven van haar moeder en onderzoekt ze wat de opvoeding door deze krachtvrouw betekende voor haarzelf als dochter. Opnieuw bewijst zij dat ze als geen ander in staat is individuele levens en gevoelens te verbinden aan grote sociaal-culturele en politiek-historische ontwikkelingen.