Jan werkt als paardenknecht op de hoeve van boer Hoste. Die beschouwt hem bijna als familie. Jan is erg in zichzelf gekeerd en brengt meer tijd door bij paarden dan bij mensen.
Als hij op een dag een brief krijgt dat zijn vader op sterven ligt, besluit hij de boerderij voorgoed te verlaten. Hij neemt zijn intrek in het ouderlijke huis en begint zelf te boeren, maar hij krijgt al snel spijt van zijn beslissing...