Het lijfje van een kostbare japon in een kerkelijke lade en opvallende naaigaatjes en vouwsporen in de prachtvolle stoffen van oude misgewaden vormden de aanleiding om achttiende-eeuwse priesterkleding in Nederlandse kerken te onderzoeken. Welgestelde dames schonken hun beste japon aan de kerk. Zij hechtten een bijzondere betekenis aan deze gedragen kleding en dit sacrale hergebruik. De kennis en kunde van de auteur als kunsthistoricus en restaurator van historisch textiel komen in dit onderzoek op een bijzondere wijze samen.