Als motto kreeg dit boekje mee: ook iets autobiografisch moet niet over jezelf gaan. Toch behandelt het onomwonden het zeer persoonlijke verhaal van de schrijver, die zich direct tot de lezer richt en vertelt over zijn lastige jeugd en zijn verwarrende avonturen als acteur en cabaretier. Hij voelt zich in die rollen alles behalve op zijn gemak. Hoewel het een waargebeurd verhaal is, worden er geen namen genoemd en zijn de gebeurtenissen niet specifiek en zelfs bijna abstract. De hoofdpersoon is iemand die aanvankelijk volkomen beheerst wordt door gevoelens, met allerlei psychosomatische klachten tot gevolg, maar naarmate de jaren vorderen ‘verstandiger’ wordt. De ratio wint uiteindelijk van de emotie. De dappere schijtlijster concludeert wat een mens is: een computer met gevoel.