Andor Weininger volgde als Bauhausstudent in 1922 de Stijlcursus van Theo van Doesburg. Hij studeerde en werkte aan het Bauhaus in zowel Weimar als Dessau en voelde zich sterk aangetrokken tot de abstracte beeldtaal van De Stijl. Zoals veel andere Bauhaus studenten verwerkte Andor Weininger (1899, Karancs, Hongarije - 1986, New York, VS) de esthetiek van De Stijl in onder meer tekeningen en schilderijen en in ontwerpen voor poppentheater. In de periode van het Bauhaus in Dessau werd hij een naaste medewerker van Oskar Schlemmer en een vast lid van de Bauhausband. Na 1938 ontvluchtten hij en zijn vrouw Eva Weininger-Fermbach zoals veel avant-gardistische kunstenaars nazi-Duitsland. Van 1938 tot 1951 woonden ze in Nederland. Andor Weininger werd in Nederland een van de dragers van de naoorlogse geometrisch abstracte kunst en onderhield contacten met de groep Liga Nieuw Beelden en kunstenaars als Friedrich Vordemberge Gildewart.