Anne van der Bijl begon zijn dienst aan de Vervolgde Kerk in 1955. Hij zag de nood en deed er wat aan, zonder zich af te vragen of hij daarvoor een bijzondere roeping had. “Als ik op een roeping had gewacht", zegt hij, zou ik nog gezeten hebben waar ik zat. Onze roeping is niet meer dan de dagelijkse gehoorzaamheid aan God." Waar anderen ondoordringbare grenzen zien, ziet hij geopende deuren. En hij gaat er doorheen om vervolgde christenen te bemoedigen, te helpen en bijbels te brengen. Hij is een vriend van de Vervolgde Kerk. In De Roeping vertelt hij hoe hij huisgemeenten in China bezoekt, het evangelie aan Latijnsamerikaanse guerillastrijders brengt, over Gods liefde spreekt met moslim-leiders.