'Arc de Triomphe' vertelt het verhaal van de vrouwenarts Ravic die in 1941 uit de Gestapo-gevangenis is ontsnapt en in Parijs in schamele hotels en dubieuze nachtclubs is ondergedoken. Een gewetenloze Franse arts laat de moeilijkere operaties van rijke dames en arme hoeren graag aan Ravic over. Op een dag ontmoet Ravic een zangeres die net Mussolini's Italië is ontvlucht. Hij dacht dat hij na de dood van zijn vrouw nooit meer echte gevoelens kon opbrengen voor een ander, maar zoekt tot zijn eigen verbazing het gezelschap van de zangeres. Deze relatie wordt bruut verstoord als Ravic zijn Gestapo-verhoorder ontmoet. Hij twijfelt: wraak nemen of wederom proberen te vluchten? Welke toekomst ligt er voor hem in het verschiet? Is er überhaupt een toekomst? Niemand heeft de emoties en de gevolgen van een ballingschap zonder uitweg of toekomstperspectief zo indrukwekkend beschreven als Remarque; en er zijn weinigen die dat zo concreet, meeslepend en empathisch hebben gedaan als hij. 'Arc de Triomphe' was Remarques tweede wereldsucces na 'Van het westelijk front geen nieuws'. De roman behoort tot zijn drie grote, in ballingschap in de Verenigde Staten geschreven exile-novels ('De nacht in Lissabon', 'Arc de Triomphe', 'De zwarte obelisk'). Deze drie romans worden door velen als het hoogtepunt van Remarques oeuvre beschouwd.