Een zangeres van middelbare leeftijd met een moederlijke uitstraling beklom het podium. Zij kondigde aan enkele liederen te zullen zingen en stak direct van wal met een gevoelig nummer over de schoonheid van de Rotterdamse havens. De zaal aarzelde geen seconde en brulde meteen uit volle borst mee. Sommigen stonden op, sloegen de armen om elkaars schouders en zongen zo verder, anderen trokken hun partner uit de stoel en begonnen spontaan te dansen. Tijdens de slotregel: 'Rotterdam, ik blijf altijd bij jou!' sprongen bij veel aanwezigen de tranen van ontroering in de ogen. Ook bij koorleden - voor wie smartlappen zingen toch dagelijks werk was. Maar het plotselinge besef dat alle aanwezigen van dezelfde generatie waren, geboortig uit dezelfde stad en met een gemeenschappelijk verleden had zijn emotionele uitwerking niet gemist. Zo nuchter en zakelijk zijn Rotterdammers nou. Ze houden zoveel van hun stad dat ze zich niet schamen er een potje om te grienen.