Frans du Jon, de zoon van een hugenoot uit Frankrijk, wordt in zijn jeugd een godloochenaar. Dat komt door zijn omgang met ongelovige studenten en het lezen van boeken van oude heidenen. Een gesprek met een eenvoudige boer en het lezen van een gedeelte uit de Bijbel (Johannes 1) zijn het middel tot zijn bekering. Hij sluit zich dan bij de hugenoten aan,die zwaar vervolgd worden. Daarna gaat hij theologie studeren in Genève en wordt predikant in Antwerpen. Ds. Franciscus Junius - zo noemt hij zich dan - moet vaak vluchten om niet in handen van de inquisitie te vallen. Die zoekt hem, omdat hij pamfletten verspreidt en hagenpreken houdt. Telkens weet hij echter aan zijn vervolgers te ontsnappen.