Veel Nederlandse gebouwen hebben een aanzienlijke ouderdom. Het ontrafelen van de bouwgeschiedenis behoort tot het terrein van de bouwhistorie en vormt de fundering van de monumentenzorg.
In dit boek geven ervaren bouwhistorici voor het eerst een systematisch overzicht van het werkterrein van de bouwhistoricus.
In het eerste deel staan de vaardigheden centraal. Hoe meetje een gebouw op? Hoe maaltje begrijpelijke en overzichtelijke tekeningen? Wat is het verschil tussen meten en documenteren? Het tweede deel behandelt de belangrijkste historische bouwmaterialen en hun ontwikkeling in de tijd. Hierbij komen niet alleen hout, baksteen en natuursteen, maar ook jongere materialen zoals beton en staal aan de orde. Daarna volgen de constructies en bouwsystemen van de verschillende bouwmaterialen.
Het boek bevat bijzonder veel veld tekeningen, doorsnedes, schetsopmetingen en plattegronden uit de praktijk. Eveneens opgenomen zijn foto’s van uitrusting en hulpmiddelen en afbeeldingen van opmerkelijke gebouwen, details en gebruikte bouwmaterialen. Beredeneerde literatuurverwijzingen bij elk onderwerp en een uitgebreid register maken de handleiding compleet.
INLEIDING in de BOUWHISTORIE biedt een dwarsdoorsnede van het brede werkterrein van de bouwhistoricus en is een onmisbaar standaardwerk voor zowel studenten bouw- en architectuurgeschiedenis, erfgoed- studies, als monumentenzorgers en allen die de cultuurhistorie een warm hart toedragen.