Ongeveer 10 à 15% van de kinderen en jongeren ontwikkelt zich niet goed en vertoont problemen op uiteenlopende gebieden. Deze problemen herstellen zich vaak, maar bij een aantal kinderen gaan ze niet vanzelf over. Er ontwikkelt zich een stoornis, zoals een angst- of gedragsstoornis.
Klinische ontwikkelingspsychologie houdt zich bezig met deze psychische problemen en stoornissen bij kinderen. Dit boek benadert de normale en afwijkende ontwikkeling vanuit het transactionele perspectief: wat is de rol van kind en omgeving en hoe beïnvloeden zij elkaar?
In deze geheel herziene uitgave wordt ingegaan op de vraag wat bij ‘normale ontwikkeling’ past, wat ‘afwijkend’ is en welke mechanismen hierbij een rol spelen. Wanneer wijkt het functioneren significant af van wat bij de leeftijd hoort en wanneer belemmert het de verdere ontwikkeling?
Thema’s die in dit boek aan de orde komen zijn: genetische kwetsbaarheid, pre- en perinatale ontwikkeling, de ontwikkeling van temperaments- en persoonlijkheidskenmerken, de rol van ouders en het gezin, de sociale relaties, en de cultuur.
Daarnaast behandelen de auteurs veel voorkomende ontwikkelingsproblemen en emotionele en gedragsproblemen, zoals agressie en regelovertredend gedrag, aandachts- en impulsiviteitsproblemen, angst en stemmingsproblemen, pervasieve ontwikkelingsstoornissen, kindermishandeling en gehechtheidsproblemen, eetstoornissen, middelenmisbruik en verslaving.
Ook de veranderingen rond de introductie van de DSM-5 worden besproken. Aan de hand van voorbeelden wordt een en ander naar de dagelijkse praktijk vertaald,waarbij wordt ingegaan op de betekenis voor diagnostiek en interventie.
Het Handboek klinische ontwikkelingspsychologie staat onder redactie van prof. dr. Pier Prins en prof. dr. Caroline Braet.