Lucia en Casanova leren elkaar kennen op een feest nabij Venetiƫ, worden verliefd en beloven elkaar eeuwige trouw. Maar kort daarna verdwijnt Lucia plotseling uit Casanova's leven. Vele jaren later ontmoeten ze elkaar in een Amsterdamse schouwburg bij toeval opnieuw. Hij heeft er geen weet van dat zij het is omdat ze haar gezicht onder een sluier verbergt, en hij probeert haar te veroveren op de van hem bekende wijze.
Voor Lucia is de schokkende confrontatie aanleiding tot een reconstructie: haar jeugd in de Veneto, haar kortstondige maar heftige liefde voor Casanova, de verwoestende ziekte die haar trof, haar vlucht naar Amsterdam en haar werk als hoer. Langzaam wordt duidelijk dat haar verdwijning geen verraad was, maar een daad van liefde.