Madrid, 1936. Aan de vooravond van de Spaanse Burgeroorlog is de stad een gevaarlijke kluwen van politieke groeperingen die elkaar onafgebroken in de gaten houden en proberen te dwarsbomen. Spionage, achterdocht, verraad en dubbelspel zijn aan de orde van de dag. Anthony Whitelands, een keurige Engelse kunsthistoricus, wordt midden in deze chaotische periode door de hertog van Igualada naar Madrid gehaald om diens kunstcollectie te taxeren, waarin zich een waardevolle Vélazquez bevindt. Beide mannen blijken een verborgen agenda te hebben.
Op zijn onnavolgbare satirische wijze beschrijft Mendoza de chaos vlak voor de oorlog en de neergang van Madrid, gezien door de ogen van een verbaasde buitenstaander die niet lang aan de zijlijn kan blijven staan…