Bij de verschijning van Misdaad en straf (1866) gold Dostojevski in eigen land al twintig jaar als een van de vooraanstaandste levende schrijvers, maar pas met deze eerste vuistdikke roman veroverde hij de wereld. Het is het verhaal van een 'verdoolde moordenaar' en een 'heilige hoer': Rodion Raskolnikov is een nobele, arme student die wordt verblind door het proto-nazistische denkbeeld van de übermensch en daarin de rechtvaardiging vindt voor een roofmoord op een rijk maar akelig oud mens. Zijn ziel wordt gered - althans, dat hoopt de lezer - door Sonja, een Petersburgse kindhoer. Misdaad en straf is in feite een van de spannendste detectives ooit. Dostojevski weet als geen ander de psychische constellatie van zijn personages millimeter voor millimeter bloot te leggen, op een manier die de lezer van begin tot einde onverbiddelijk meesleept. Dostojevski's vertelstructuur, de vervlechting van thema's en motieven, en zijn volstrekt unieke taalbenadering hebben een enorme - zij het nog altijd onderbelichte - stimulans gegeven aan de geboorte van de experimentele en modernistische literatuur van de twintigste eeuw.