Er is eens een dichter geweest, die schreef dat hij alleen in zijn gedichten kon wonen. Hoewel ik gedichten heb geschreven, heb ik nooit geloofd dat ik of iemand anders daar ooit in zou kunnen wonen. Wonen kunnen wij alleen in het Woord. Ik heb dit dagboek dan ook geschreven met de bedoeling dat de lezer dichter zal komen bij de Schriften, die door geen dagboek te vervangen zijn. Van deze bedoeling dragen de uitleggingen duidelijk de sporen. Zij nodigen uit om mee te luisteren naar wat de Schriften ons willen doen horen. , Ik hoop dat wie meeluistert meer hoort dan er door mij geschreven werd, om zo de weg te vinden naar een hoog vertrek, een schuilplaats, een omhuiving van licht. Want in het Woord is het leven en het leven is het licht der mensen.