De Birgittagården is een internaat voor jonge vrouwen met destructief gedrag. Op een donkere herfstnacht wordt een van de opgenomen meisjes vermoord in de separeerkamer van het internaat. Ze wordt met beide handen voor haar gezicht gevonden op het bed. Niemand heeft iets gezien en een van de meisjes is spoorloos verdwenen. Inspecteur Joona Linna reist af naar de Birgittagården en bevindt zich al snel midden in de meest raadselachtige moordzaak waarop hij ooit is gestuit. Als hij op zoek gaat naar de oplossing, worden er verwoestende krachten in werking gezet. Er zijn geen getuigen, maar kort na de gewelddadige moord begint een vrouw in Stockholm de tiplijn van de politie te bellen met informatie. Eerst vraagt ze geld voor haar inlichtingen, maar later verzoekt ze hen alleen maar te luisteren, steeds wanhopiger.
‘Ze valt op haar heup en één been klapt onder haar. Het doet zo’n pijn in haar enkel dat ze het uitschreeuwt. Ze glijdt op de grond, hoort zware voetstappen in de hal, kruipt een stukje, verliest haar schoenen en komt kermend overeind.’