In mijn achtertuin is de winter eigenlijk het mooist. Vooral als het rijp heeft gevroren en de hele natuur een wit laagje heeft alsof er met een zeppelingrote strooibus met poedersuiker kwistig gestrooid is. Dan moet je naar buiten de feeƫrieke wereld in. Het is net of je zelf ook verlicht wordt in die betoverende tuin. De dorre bloemen en planten, die je alleen al daarom moet laten staan, zijn tot prachtige boeketten omgetoverd die in een ijspaleis niet zouden misstaan. De dorre blaadjes op de grond zijn fluwelen geworden door de adem van de nachtvorst.