Ondanks dat dit product in stukjes gesneden kan worden zit het wel standaard verpakt in een strooibus.
De stof die verantwoordelijk is voor de scherpte van een chilipeper heet capsaïcine. Hoe meer capsaïcine een chilipeper bevat, hoe heter van smaak. De hoeveelheid capsaïcine kan worden gemeten en wordt op de zogeheten Scovilleschaal uitgedrukt in scoville eenheden.
Chilipeper is de Nederlandse naam die gebruikt wordt om vruchten van het geslacht Capsicum van de nachtschadefamilie (Solanaceae) aan te duiden. Niet alleen de 'hete' pepers vallen onder dit geslacht, maar ook de paprika's. De chilipeper is een veel gebruikte vrucht die door de aanwezige Capsaïcine vele gerechten scherp van smaak maakt en in de volksmond vaak Spaanse peper wordt genoemd. De hoeveelheid Capsaïcine bepaalt de uiteindelijke scherpte van een chilipeper. Er is zelfs een schaal voor chi
Men neemt aan dat de chilipeper al rond 7000 v. Chr. in Mexico werd gebruikt. Tussen 5200 en 3400 v. Chr. werd de plant al verbouwd, dat maakt chilipeper tot een van de oudste landbouwgewassen ter wereld, maar ook de wilde chilipeper bleef een veelgebruikt kruid. Zowel de Maya's als de Azteken gebruikten de planten intensief, zowel culinair als medicinaal, bijvoorbeeld bij tandpijn. Tegen de tijd dat de Spanjaarden in Mexico arriveerden hadden de Azteken al tientallen variëteiten gekweekt. De chilipeper werd aan het eind van de 15de eeuw 'ontdekt', door de mannen van Christoffel Columbus, deze was eigenlijk op zoek naar een alternatieve bron van zwarte peper, vandaar dat hij de naam Pimiento (Zwarte peper) gaf aan de plant. Uiteraard hadden de inheemse bewoners de eigenschappen van de plant al lang toegepast. Van Chili tot Mexico was deze plant lange tijd de enige door indianen gebruikte specerij. Door de Spanjaarden werd de plant in 1514 in hun eigen land ingevoerd en verspreidde zich zeer snel over de rest van Europa, Afrika en Azië. Rond 1680 waren er al 33 variëteiten gekweekt.