Aan het einde van de 19e eeuw vertrekken Lasse en zijn zoon Pelle met de boot van Zweden naar het Deense eiland Bornholm. Ze willen een nieuw leven opbouwen in Denemarken. Spoedig vinden ze werk op een boerderij en Pelle leert Deens spreken. Desondanks blijven ze gezien worden als buitenstaanders maar ze blijven trouw aan hun droom: een beter leven dan dat ze hadden in Zweden.