György Vashegyi's nieuwe opname van Rameau's Dardanus demonstreert op voortreffelijke wijze het genie van de in Dijon geboren componist, maar ook het meesterschap dat Vashegyi - met zijn Orfeo Orkest en Purcell Koor - heeft verworven in de muziek van de Late Franse Barok. In het kader van de voorbereiding van een nieuwe editie voor de Rameau Opera Omnia van de versie van Dardanus van mei 1744 (onder auspiciën van het Centre de Musique Baroque de Versailles), dirigeert Vashegyi van een partituur die door de componist (en zijn librettist Leclerc de La Bruère) was voorbereid nadat het werk in 1739 door het publiek van de Parijse Opéra was afgewezen, met de bedoeling de dramatische actie van de tragédie te versterken.Cyrille Dubois vertolkt deze nieuwe intensiteit in de titelrol van de strijder die verliefd is op Iphise (Judith Van Wanroij), getraumatiseerd door haar 'schuldige liefde' voor de vijand van haar norse vader, Teucer (Thomas Dolié), die de hand van de prinses toekent aan een prinselijke bondgenoot, Antenor (Tassis Christoyannis). Met de hulp van Venus (Chantal Santon Jeffrey) en een tovenaar (opnieuw Dolié) overwint de liefde alles. De duizelingwekkende reeks solozang die hier te horen is, wordt afwisselend begeleid door vreugdevolle en treurige, feestelijke en demonische koorinterventies, dit alles gekaderd in een uitbundige, bloemrijke en decoratieve orkestpartituur (waaronder de beroemde Chaconne).