De jonge geschiedenisleraar Jacques Suasso Henriques is weliswaar van joodse afkomst, maar is zich van zijn joodse nooit echt bewust geweest. In het doorgangskamp Westerbork komt Suasso terecht bij de O.D. Deze uit joden bestaande ordedienst zorgt voor het samenstellen van de transporten, en heeft zich zo tot werktuig van de Duitsers gemaakt in de hoop het eigen bestaan zo lang mogelijk te rekken. Suasso speelt het gruwelijke spel mee, maar slaat op zijn baas is als deze een op transport gestelde rabbijn mishandelt.